Tenniselleboog
Een tenniselleboog (ook wel tennisarm) is een overbelasting van de zogenaamde ‘polsstrekkers’: een pijnlijke aanhechting van één of meerdere pezen aan de buiten-bovenkant van de elleboog en een verkleving in de spieren. Heel soms zit de overbelasting aan de binnen-onderzijde van de elleboog. Dat heet een golferselleboog. De pijn is erg vervelend, maar op de lange termijn niet schadelijk. De meeste tennisellebogen genezen vanzelf. De pijn wordt meestal gevoeld aan de buitenzijde van de elleboog en straalt soms door naar de pols. Men voelt pijn bij het oppakken van voorwerpen. ook kan er sprake zijn van stijfheid 's ochtends of na langere tijd rust. Er kan een harde dikke pek zijn op de onderarm. Soms zit de pijn aan de binnenzijde van de elleboog.Je hebt dan juist pijn bij het buigen van de pols. Dan is er sprak van een overbelasting van de polsbuigers. We noemen dit een golferselleboog.
De belangrijkste oorzaken zijn
- Langdurige overbelasting van de onderarmspieren die de hand strekken (tenniselleboog) of de hand buigen (golferselleboog)
- Een kortdurende sterke overbelasting van de onderarmspieren, de klachten worden direct gevoeld
- Overmatig gebruik van de onderarmspieren door herhaalde bewegingen, vormen de oorzaak van de beschadigingen. Dit gebeurt bijvoorbeeld als je tennist, kleding uitwringt, een schroevendraaier gebruikt of een computermuis veelvuldig gebruikt
- Als de klachten sport gerelateerd zijn - wat vaak het geval is - is het belangrijk om uit te zoeken waarom ze juist nu ontstaan. Ga naar een fysiotherapeut voor advies.
Twee procent van de bevolking heeft wel eens last (gehad) van een tenniselleboog. Deze aandoening komt even vaak voor bij vrouwen als bij mannen. In de leeftijdsgroep tussen de 40 en 50 jaar is dit tien procent. Meestal ontstaat een tenniselleboog aan de ‘dominante arm’ (de arm waarmee u schrijft), soms juist niet. In principe kan iedereen een tenniselleboog krijgen, maar activiteiten zoals racketsporten, timmeren, schilderen, houthakken metselen, schroevendraaien, breiwerk en computerwerk vergroten de kans.
Wat is er aan de klachten te doen?
De duur van het herstel van de tenniselleboog kan varieren van 3 maanden tot 2 jaar. Roken, diabetes en stress geven een vertraging van het herstel.
Als de klachten acuut ontstaan, zijn kleine scheurtjes in het pees- en spierweefsel de oorzaak. Het lichaam zet een herstelproces in gang, waardoor pijn, zwelling en warmte ontstaan. In deze fase kunt u uw pees- en spierweefsel niet volledig belasten. Rust en lichte rek- en bewegingsoefeningen kunnen helpen. Als de klachten langzamerhand zijn ontstaan, komt dat omdat uw spierweefsel verandert door veelvuldig gebruik van uw spieren. De doorbloeding wordt belemmerd, waardoor het spier- en peesweefsel niet volledig kan herstellen. De veranderde weefselstructuur levert klachten op bij het gewone gebruik van de arm.
In alle gevallen moet u de arm rust geven. Als de pijn te erg wordt, kan de huisarts u pijnstillers voorschrijven. Bij hoge uitzondering kan de huisarts een injectie geven met een ontstekingsremmend middel. Raadpleeg een fysiotherapeut om de oorzaak van de klachten te achterhalen en u te begeleiden in het herstelproces. Het is tegenwoordig ook mogelijk om dry needling toe te passen.
Wat kan ik zelf doen?
Het is belangrijk dat uw arm licht belast in beweging blijft. Probeer bewegingen die de pijn veroorzaken zoveel mogelijk te vermijden, zodat de ‘microtraumaatjes’ aan de pees kunnen genezen. Het is bij een tenniselleboog daarom aan te raden om dingen onderhands op te pakken. Zo belast u de aangedane spier minder.
Koel de plek regelmatig gedurende 2x 10 minuten met een coldpack of ijs in een plastic zak (met een thee- of handdoek tussen de huid en de gebruikte koelzak)
Oefen met lichte rekkingen van de pols, waarbij de vingers naar de binnenzijde van de onderarm worden gebracht
Zorg dat uw conditie optimaal blijft. Eet u gezond?
Wat kan Fysio Frankenhof voor u doen?
De fysiotherapeut stelt de diagnose op grond van uw verhaal en door onderzoek van niet alleen de armen maar de hele “bewegingsketen”. Hij gaat op zoek naar eventuele zwakke schakels . Vervolgens kan de fysiotherapeut technieken als diepe massage oefeningen geven om de tenniselleboog te behandelen.
De fysiotherapeutische behandeling kan bestaan uit:
-
Massage
-
Medical taping: elastische tape die de spieren ruimte geeft om zich te herstellen
-
Bracing
-
Gewricht mobilisatie
-
IJs of warmte therapie
-
Progressieve oefeningen om flexibiliteit en kracht te bevorderen
-
Behandeling van gerelateerde klachten (voornamelijk nek, schouder of bovenrug aandoeningen, meestal door manueeltherapeut.
-
Advies om de ontsteking te remmen
-
Dry-needling therapie: speciale techniek waarbij de fysiotherapeut spieren met een naaldje prikt om snel en langdurig te ontspannen